Selecteer een pagina

Ik ben boos op je!

Ja, nu moet je wel redelijk blijven zeg. Als hij zich zo gaat gedragen dan is het einde zoek. Dit kun je toch niet maken?……….. Gedachten die veel teamleden naar mij uiten in een intakegesprek, maar die ze – grappig genoeg – bijna nooit zeggen tegen de persoon waar het over gaat.

Ik ben boos. Boos op mijn ex, omdat die weer eens volledig alle afspraken aan de laars lapt. Boos omdat ik er niks aan kan doen. Boos omdat ik me er verdomde machteloos door voel, terwijl ik helemaal niet eens bezig wil zijn met mijn ex.

Ik ben niet de enige die boos is op zijn ex. Vrienden in mijn omgeving, kennissen bij wie ik heb nagevraagd hoe hun verhouding nu is met hun ex, wildvreemden op tv, bijna iedereen heeft gedoe met hun ex. Raar hè?

En nu ik eens verder ga vragen….. Heel veel teamleden hebben ook een bloedhekel aan een aantal van hun collega’s. Niet de hartstochtelijke haat die we wel eens voor onze exen kunnen voelen, maar toch zeker wel de hele mix aan machteloze emoties die ik ook kan voelen voor mijn ex.

Het is die interessante mix van niks meer met iemand te maken willen hebben en tegelijkertijd soms wel moeten. En dan willen we redelijk blijven.

Redelijk blijven……… Is het misschien iets wat wij een beetje teveel doen?

Dat vraag ik me de laatste tijd wel eens af.

Ik merk het in mijn eigen gedrag naar mijn ex. Ik ga altijd uitleggen. Uitleggen hoe de afspraak ook alweer in elkaar zat. Waarom we die afspraak gemaakt hebben. Wat wie tegen wie heeft gezegd, etc. etc.

En dat hoor ik heel veel teamleden ook doen. Proberen de ander te overtuigen met redelijke argumenten. Benadrukken van het gezamenlijke belang. De redelijkheid van de ander aanspreken. Vragen wat die ander nodig heeft. De ander tegemoet komen.

IK BEN HET ONDERTUSSEN WEL EENS ZAT!

En dus lijkt het meest voor de hand liggende, om dan ook maar de kont tegen de krib te gooien. Om ook kortaf, vervelend en gemeen terug te gaan reageren. Om ook lekker niks te doen en mijn collega’s het werk te laten doen. Alleen wat zo jammer is…. Dat voelt voor mij niet lekker. Soms zou ik het willen hoor: Gewoon Schijt aan Alles en Iedereen en alleen maar voor mijn eigen belang gaan. Maar ja, het werkt niet voor mij en ook niet voor al die redelijke teamleden.

WAT DAN WEL?

Ik ben me er eens in gaan verdiepen (vooral door een aantal relatiesites te bezoeken J) en wil graag wat open deuren, maar misschien toch ook wel hele handige tips met je delen:

  1. Benoem dat je boos bent. Eén op één en het liefste als je niet meer midden in die emotie zit.

Als we boos op iemand zijn dan verdenken we die persoon onmiddellijk ook van kwade opzet. “Hij doet het erom”. “Zij denkt alleen maar aan zichzelf en geeft niets om mijn gevoelens”. Ik heb die gedachtes ook hoor. En als eenzijdige partij in een ruzie ben ik er ook heilig van overtuigd dat die gedachten waar zijn.

Als teamcoach spreek ik vaak beide partijen en dan is het heel bijzonder hoe anders de intenties vaak van die ander echt zijn. Sterker nog: meestal heeft dat gedrag van die ander helemaal niks met jou te maken. Als je de kans hebt om een conflict echt uit te praten, zonder de beschuldigingen over en weer, dan zou ik zeggen: grijp hem. De “waarheid” is vaak zo anders dan we denken.

  1. Ga wat voor jezelf doen!

Eigenlijk briljant! Hoe meer energie we steken in die vervelende ex, die mokkende collega of dat recalcitrante teamlid, hoe meer power we ze geven.

Ik vind dit in de praktijk nog wel lastig hoor, om me echt los te scheuren uit mijn eigen boosheid en gepruttel en mijn aandacht op iets anders te richten. Maar het helpt wel!

  1. Achter de boosheid zit…..

Deze is af en toe wel even slikken, maar…. Ik las laatst ergens dat zo veel mensen boos zijn en boos blijven in de wereld, omdat ze als ze klaar zijn met de boosheid, ze moeten dealen met het verdriet.

Wat wordt er eigenlijk geraakt door die collega van jou waar je boos op bent? Wat is dus blijkbaar belangrijk voor je?

  1. Kies je reactie! 🙂

Ik zag de afgelopen periode een mooie quote voorbij komen op Facebook: “When you can’t control what’s happening, challenge yourself to control the way you respond to what’s happening. That is where your power is”

Die vind ik erg mooi en soms hartstikke moeilijk om ook echt toe te passen. Maar stiekem merk ik wel dat ik er plezier in heb om mijn ex of die collega hartstikke vriendelijk te benaderen. Niet om te pleasen of iets goed te maken, of mezelf beter te voelen dan die ander. Maar simpelweg omdat in deze vriendelijkheid mijn gedrag mijn eigen keuze is en ik wil liever vriendelijkheid dan wraak in de wereld zetten.

  1. En als laatste tip: Denk af en toe ook gewoon: Fuck You, Klootzak! 🙂 Het lost niks op, maar het lucht wel op.

 

O nee! Waarom heb ik toch steeds van die ……-groepen?

Ik heb net de eerste ronde intakegesprekken achter de rug voor de Masters of Groupdynamics. Wat een leuke gesprekken! Wow, nu al zó leuk om met vakbroeders en -zusters te praten over onze zegeningen en strubbelingen in het werken met groepen :-).

Een van de meest gestelde vragen was natuurlijk: wat gaan we doen? Wat is het programma? Laat ik eens een tipje van de sluier oplichten.

Naast dat de training boordevol tips, tools, superleuke en spannende oefeningen op het gebied van groepsdynamica zit, is het belangrijkste onderdeel JIJZELF! Jij als belangrijkste instrument in teamcoaching. Met al je kwaliteiten, maar zeker ook met je duistere kanten.

En omdat het doel van de training is om jou VRIJER te laten ZIJN in die bijzondere positie VOOR de groep, kon ik het toch niet nalaten nu alvast iets te schrijven over dat interessante instrument dat jij bent :-).

Een hele belangrijke ONTDEKKING die ik een aantal jaren geleden deed, is de volgende.

Het is GEEN TOEVAL dat JIJ groepen met een bepaalde dynamiek treft!

Wat bedoel je Natasja? Nou, misschien is het je weleens opgevallen dat je in een bepaalde periode allemaal groepen hebt met ongeveer dezelfde vraag of problemen. Dus bijvoorbeeld allemaal slachtoffergroepen, of allemaal teams die naar zelfsturing moeten, maar dit niet goed voor elkaar krijgen. Of allemaal ICT-groepen die merken dat hun product niet meer verkoopt, of allemaal groepen die heel kritisch zijn op de leider, of, of, of, of………

Ik dacht vroeger altijd dat dat toeval was, totdat het wel erg begon op te vallen. En toen hoorde ik over PARALLEL processen……..

Een parallel proces wil zeggen dat je de thema’s waar je zelf mee bezig bent, weerspiegelt ziet in de groepen waar je mee werkt en andersom. Hoe dit komt, daar kun je allerlei filosofieën op loslaten. Het kan projectie zijn. Dat is het fenomeen dat je waar jij mee bezig bent vanzelf al meer ziet in je omgeving. Het kan karma of het lot zijn. Dan heb je dus blijkbaar iets uit te zoeken in dit thema en daarom komt het steeds op je pad. Of het hangt in de lucht (the collective field), dus iedereen is gewoon nu even bezig met dit thema. Et cetera, et cetera…

Eerlijk gezegd vind ik het niet zo belangrijk waar het vandaan komt. Ik vind het vooral heel helpend om te beseffen dat het er is. Waarom? Omdat het je kan helpen om die groep te helpen. Doordat jij met dezelfde thema’s worstelt kun je veel gemakkelijker contact maken met de groep en hun probleem. Doordat je met dezelfde vragen zit, kun je samen op onderzoek uit en ben je nieuwsgierig. Doordat je met dezelfde situatie zit, kun je goed voelen wat die groep helpt en wat juist niet.

“Maar ik moet toch juist weten hoe het allemaal moet om die groep te helpen?” NEE!

Dat is een van de grootste valkuilen waar we vaak intrappen. We denken dat we meer moeten weten dan de groep om ze de weg te kunnen wijzen. Een goede teamcoach doet juist precies het tegenover gestelde. Die is minstens zo geïnteresseerd om op onderzoek uit te gaan als de teamleden. Met die nieuwsgierigheid stimuleert hij weer de nieuwsgierigheid van de groep.

Bekijk ter inspiratie deze video eens (je wachtwoord is video2).

Dus de volgende keer dat je denkt. “Jeetje, waarom krijg ik toch steeds van die ……-groepen?” Denk dan vooral “Ah mooi, ik krijg steeds van die …….-groepen, ik ga op onderzoek uit.”

 

Medewerker stuk. Wat nu?

Hij doet het niet. Of hij doet in ieder geval niet wat de bedoeling is. Veel teammanagers hebben wel één of twee van die medewerkers in hun team, waarvan zij op zijn minst vinden dat hij lastig is of dat hij je meer energie kost dan dat hij oplevert. Vaak is dat ‘stuk zijn’ niet een heel duidelijk disfunctioneren of er echt een potje van maken. Het is meer zo’n ‘net niet matchen’. Zo’n net-niet-match die wel je sokken uit je schoenen doet kruipen van irritatie.

  • Die iemand komt bijvoorbeeld altijd met kritiek, vermomd als goede ideeën: “Hé, weet je wat we eigenlijk moeten doen…”
  • Die iemand trekt allerlei taken naar zich toe, die vervolgens weken blijven liggen op zijn kantoor.
  • Die iemand wijst net even te veel op zijn functieomschrijving om duidelijk te maken dat hij iets niet gaat doen.
  • Die iemand kan steeds niet komen op die vergadering, omdat hij dan net zijn moeder naar het ziekenhuis moet brengen (voor de 40ste keer).
  • Die iemand stuurt je een mailtje, als antwoord op dat zeer belangrijke memo, met de opmerking dat er een taalfout staat in de tweede alinea…

Behalve zo’n persoon langzaam te wurgen bij de kopieermachine, wat kun je nog meer doen?

Tip 1: Check je aannames

Geef maar toe, bij zo’n medewerker die net niet matcht, hebben we allerlei oordelen en aannames. We vinden het een mierenneuker, een zeikwijf, een klaploper, etc. Alleen wat we vaak vergeten is om het gesprek aan te gaan met de persoon in kwestie.

Als we dat wel doen, blijkt namelijk vaak dat dat gedrag waar jij je zo aan ergert, dat dat met de beste intenties wordt gedaan. Of dat iemand zich er in ieder geval niet van bewust is dat het gedrag zo irritant overkomt.

Wij vinden bijvoorbeeld de man die op zijn functieomschrijving wijst een pietje-precies, die niks voor een ander over heeft. Zelf weet hij gewoon simpelweg niet hoe hij ‘nee’ moet zeggen. Hij grijpt dan maar halfslachtig naar de functieomschrijving.

Dus ga het gesprek aan! Kom erachter wat er achter dat ‘rare’ gedrag zit. Als je dat weet kun je ook tot een werkende oplossing komen. En daar hoef je niet eens zo hard voor te werken, want als je dan toch in gesprek bent, laat dan ook de oplossing maar van de persoon zelf komen. Je zult versteld staan over hoeveel beter die waarschijnlijk is dan dat wat jij had bedacht :-).

Tip 2: Spreek de kaders uit!

Als ik een euro zou krijgen voor elke keer dat ik een teammanager hoor zeggen: “Hij snapt toch wel dat…” dan zou ik inmiddels harstikke rijk zijn.

We denken zo vaak dat we helder zijn in onze verwachtingen, in de kaders (wat wel en niet kan) en in onze afspraken, maar niets is minder waar.

We laten Klaas bijvoorbeeld een MBA doen (als zoethoudertje), terwijl er helemaal geen functie vrijkomt waar Klaas zijn opleiding kan toepassen. We vinden dat Sandra de kantjes ervanaf loopt, omdat ze al om 17.00 uur naar huis gaat. Maar we zeggen dat nooit tegen haarzelf. Sandra zelf denkt dat ze het juist goed doet door tot 17.00 uur te blijven en daarna nog wat thuis te werken. Ilse neemt vanuit loyaliteit steeds meer op haar bordje, terwijl wij juist zouden willen dat ze meer gaat delegeren (maar dat spreken we niet uit natuurlijk).

Spreek je uit! Ook al is het slecht nieuws, ook al stel je iemand teleur op de korte termijn. De grootste teleurstellingen zijn verwachtingen die jarenlang maar niet uit komen, omdat niemand zich durft uit te spreken.

Tip 3: Jij bent rolmodel, goed voorbeeld doet volgen

Als jij altijd tien minuten te laat komt op een vergadering… Als jij klaagt over die andere afdelingen… Als jij de stukken nooit helemaal leest… Als jij belooft er volgende week op terug te komen en dat vervolgens niet doet… Als jij de deadline steeds verschuift…

Ach je raadt het al, hè?

Goed voorbeeld doet volgen en het tegenovergestelde ook.

Tip 4 Soms zijn dingen tijdelijk

Je medewerker is een mens en mensen hebben wel eens iets. Dat hoeft 9 van de 10 keer niets met het werk te maken te hebben. Maar soms uit zich dat wel op het werk, juist in van die kleine irritaties. Je collega heeft bijvoorbeeld echt een moeder in het ziekenhuis. En juist daarom is het bijwonen van de vergadering waar allerlei meningen over de tafel vliegen net even teveel voor je collega. Maar in plaats van dat zo te benoemen, verzint je collega een smoes of een reden waar jij geen nee tegen kan zeggen.

Soms is simpelweg een beetje welgemeende interesse en aandacht het beste wat je kan geven. Die interesse en aandacht kunnen precies datgene zijn waardoor je medewerker zelf weer uit de malaise stapt en weer de schouders eronder zet.

Duwen en trekken helpt niet. Een beetje compassie vaak wel.

O ja: bij compassie denken we vaak dat we het verhaal van de ander helemaal moeten begrijpen en ook nog helpen oplossen. Puur luisteren en de ander wat ruimte geven is zoveel effectiever.

Tip 5: Soms zijn dingen eindeloos

Net beschreef ik een medewerker waar het even niet zo goed mee gaat. Maar je hebt natuurlijk ook je pappenheimers die in 1963 al ontslagen hadden moeten worden. Het zijn vaak de doorschuifmedewerkers van een grotere organisatie of juist medewerkers bij een kleine organisatie die heel goed matchten in de beginfase van je bedrijf, maar die niet meer matchen bij wat het bedrijf nu nodig heeft. Soms is dit zelfs één van de directeuren.

Ik heb eigenlijk maar één advies: neem afscheid! Op de meest respectvolle manier die je kunt bedenken. Heb respect voor wat iemand heeft betekend. Juist door eerlijk te zijn over dat iemand niet meer past. Dan gun je het iemand tenminste om ergens anders weer voluit te kunnen floreren.

In bijna elk teamtraject dat ik heb begeleid zijn er mensen vertrokken (vaak uit eigen beweging, omdat duidelijk werd dat het niet meer klopte). En al die keren is het voor beide partijen hartstikke goed geweest. Ik heb zelfs bedankmailtjes gehad van mensen die ontslagen zijn, simpelweg omdat ze nu weer lekker kunnen werken in plaats van verkrampt vast te moeten houden aan een functie die niet meer past.

Ik ben benieuwd welke lastige keuzes jij wel eens hebt moeten maken.

Spiegeltje, spiegeltje: Een stappenplan uit dat conflict

De afgelopen tijd heb ik een aantal teams gecoacht die in conflict met elkaar lagen. Harstikke intensief en soms bloed, zweet en tranen, maar ook hartstikke interessant om zo’n spannende situatie om te draaien.

Het valt op dat het ene team veel gemakkelijker in het gesprek is met mij en ook met elkaar dan het andere team. Dit heeft met vele factoren te maken. Zo speelt natuurlijk mee hoe lang het conflict al bestaat. Hoe ingegraven de standpunten zijn van de teamleden en vooral natuurlijk ook hoe bereid men is om naar een oplossing te werken.

Er is ook nog een andere factor die een enorm verschil maakt in de kans van slagen bij het oplossen van een conflict. Of je nu zelf onderdeel van het conflict bent, of teammanager of teamcoach en dat is: De mogelijkheid tot zelfreflectie.

Ben jij in staat om in een conflict naar jezelf te kijken? Kan jij oprecht in de spiegel kijken naar jouw aandeel in dit meningsverschil?

Heel veel mensen zullen automatische JA antwoorden op deze vraag, terwijl ik in de praktijk 90% van de mensen dit NIET zie doen.

Het is echt opzienbarend als je naar mensen gaat luisteren. Ze praten bijna de hele tijd over “Jij dit en Hij dat”. De ander heeft zoveel verkeerd gedaan en zelf ben je daar alleen maar slachtoffer van (zo lijkt het tenminste). Als mensen al toegeven dat ze iets niet zo handig hebben gedaan dan volgt er bijna automatisch: “Maar dat kwam omdat hij…….”

En als ik naar mezelf kijk, doe ik precies hetzelfde.

We kennen de spreekwoorden:

“Waar twee vechten, hebben twee schuld”
“Als je naar een ander wijst, wijzen er ook drie vingers naar jezelf”

En toch als ik onderdeel van een conflict ben voel ik me ook 100% onheus bejegend door de ander. Al mijn acties kan ik prima verklaren, maar die ander is gewoon opzettelijk gemeen, bot, hard om te doen wat zij doet. Dus ik heb gelijk en die ander niet, punt uit.

En dus vind ik dat die ander moet veranderen…… Maar ja, ik weet niet of je dat wel eens hebt geprobeerd? Iemand anders veranderen? Dat werkt niet (alle relatie-pogingen ten spijt).

En dus weet ik dat ik dan zuchtend en steunend toch maar weer met mezelf aan de slag moet. Hoewel ik mezelf knarsetandend en met flinke hakken in het zand naar de spreekwoordelijke spiegel moet slepen, weet ik dat daar toch het antwoord ligt. 🙂

Maar HOE DOE JE DAT DAN?

Stap 1) Ga er van uit dat jij een aandeel hebt in het conflict. Ook al zie je dat aandeel nu nog niet. Als je uitgaat van deze overtuiging, gaat dit aandeel zich wel openbaren aan je, anders blijf je alleen maar wijzen naar de ander. En je weet hoe effectief dat was.

Stap 2) Onderzoek zonder oordeel je gevoelens en gedachten bij de acties van de ander. Welke gevoelens spelen bij jou een rol? Verdriet, boosheid, teleurstelling, angst? Waar wordt je door geraakt? Wat in jou wordt geraakt? Welke overtuiging wordt geraakt? Welke norm wordt er volgens jou overschreden? Waarom is dat zo erg?

Stap 3) Waar wordt de ander in geraakt? Wat is er voor die ander belangrijk? Wat zie je voor gevoelens bij de ander? Verdriet, boosheid, teleurstelling, angst? Welke norm / waarde van de ander wordt er overschreden?

Stap 4) Wat doet de ander waardoor je zo wordt geraakt? Doet die ander dat expres? Is het onkunde, onwetendheid, onhandigheid, geleid door emoties? Op wat voor manier zou jij minder geraakt zijn door de ander?

Stap 5) Wat doe jij waardoor je die ander raakt? Doe jij die actie uit emotie, onhandigheid, onkunde, onwetendheid? Wat kun jij doen om de ander niet te raken?

Stap 6) Verzin een manier om met elkaar weer in gesprek te komen waarbij je gebruik maakt van de kennis die je net in de zelfreflectie hebt opgedaan!

Een belangrijke tip bij zelfreflectie is om het vooral als een heel interessant onderzoek te zien. Je komt weer eens wat te weten over jezelf, LEUK! Het is dus geen Zelfkastijding!

Veel plezier bij je onderzoek, laat me weten waar je achter komt!