Selecteer een pagina

Ik ben boos op je!

Ja, nu moet je wel redelijk blijven zeg. Als hij zich zo gaat gedragen dan is het einde zoek. Dit kun je toch niet maken?……….. Gedachten die veel teamleden naar mij uiten in een intakegesprek, maar die ze – grappig genoeg – bijna nooit zeggen tegen de persoon waar het over gaat.

Ik ben boos. Boos op mijn ex, omdat die weer eens volledig alle afspraken aan de laars lapt. Boos omdat ik er niks aan kan doen. Boos omdat ik me er verdomde machteloos door voel, terwijl ik helemaal niet eens bezig wil zijn met mijn ex.

Ik ben niet de enige die boos is op zijn ex. Vrienden in mijn omgeving, kennissen bij wie ik heb nagevraagd hoe hun verhouding nu is met hun ex, wildvreemden op tv, bijna iedereen heeft gedoe met hun ex. Raar hè?

En nu ik eens verder ga vragen….. Heel veel teamleden hebben ook een bloedhekel aan een aantal van hun collega’s. Niet de hartstochtelijke haat die we wel eens voor onze exen kunnen voelen, maar toch zeker wel de hele mix aan machteloze emoties die ik ook kan voelen voor mijn ex.

Het is die interessante mix van niks meer met iemand te maken willen hebben en tegelijkertijd soms wel moeten. En dan willen we redelijk blijven.

Redelijk blijven……… Is het misschien iets wat wij een beetje teveel doen?

Dat vraag ik me de laatste tijd wel eens af.

Ik merk het in mijn eigen gedrag naar mijn ex. Ik ga altijd uitleggen. Uitleggen hoe de afspraak ook alweer in elkaar zat. Waarom we die afspraak gemaakt hebben. Wat wie tegen wie heeft gezegd, etc. etc.

En dat hoor ik heel veel teamleden ook doen. Proberen de ander te overtuigen met redelijke argumenten. Benadrukken van het gezamenlijke belang. De redelijkheid van de ander aanspreken. Vragen wat die ander nodig heeft. De ander tegemoet komen.

IK BEN HET ONDERTUSSEN WEL EENS ZAT!

En dus lijkt het meest voor de hand liggende, om dan ook maar de kont tegen de krib te gooien. Om ook kortaf, vervelend en gemeen terug te gaan reageren. Om ook lekker niks te doen en mijn collega’s het werk te laten doen. Alleen wat zo jammer is…. Dat voelt voor mij niet lekker. Soms zou ik het willen hoor: Gewoon Schijt aan Alles en Iedereen en alleen maar voor mijn eigen belang gaan. Maar ja, het werkt niet voor mij en ook niet voor al die redelijke teamleden.

WAT DAN WEL?

Ik ben me er eens in gaan verdiepen (vooral door een aantal relatiesites te bezoeken J) en wil graag wat open deuren, maar misschien toch ook wel hele handige tips met je delen:

  1. Benoem dat je boos bent. Eén op één en het liefste als je niet meer midden in die emotie zit.

Als we boos op iemand zijn dan verdenken we die persoon onmiddellijk ook van kwade opzet. “Hij doet het erom”. “Zij denkt alleen maar aan zichzelf en geeft niets om mijn gevoelens”. Ik heb die gedachtes ook hoor. En als eenzijdige partij in een ruzie ben ik er ook heilig van overtuigd dat die gedachten waar zijn.

Als teamcoach spreek ik vaak beide partijen en dan is het heel bijzonder hoe anders de intenties vaak van die ander echt zijn. Sterker nog: meestal heeft dat gedrag van die ander helemaal niks met jou te maken. Als je de kans hebt om een conflict echt uit te praten, zonder de beschuldigingen over en weer, dan zou ik zeggen: grijp hem. De “waarheid” is vaak zo anders dan we denken.

  1. Ga wat voor jezelf doen!

Eigenlijk briljant! Hoe meer energie we steken in die vervelende ex, die mokkende collega of dat recalcitrante teamlid, hoe meer power we ze geven.

Ik vind dit in de praktijk nog wel lastig hoor, om me echt los te scheuren uit mijn eigen boosheid en gepruttel en mijn aandacht op iets anders te richten. Maar het helpt wel!

  1. Achter de boosheid zit…..

Deze is af en toe wel even slikken, maar…. Ik las laatst ergens dat zo veel mensen boos zijn en boos blijven in de wereld, omdat ze als ze klaar zijn met de boosheid, ze moeten dealen met het verdriet.

Wat wordt er eigenlijk geraakt door die collega van jou waar je boos op bent? Wat is dus blijkbaar belangrijk voor je?

  1. Kies je reactie! 🙂

Ik zag de afgelopen periode een mooie quote voorbij komen op Facebook: “When you can’t control what’s happening, challenge yourself to control the way you respond to what’s happening. That is where your power is”

Die vind ik erg mooi en soms hartstikke moeilijk om ook echt toe te passen. Maar stiekem merk ik wel dat ik er plezier in heb om mijn ex of die collega hartstikke vriendelijk te benaderen. Niet om te pleasen of iets goed te maken, of mezelf beter te voelen dan die ander. Maar simpelweg omdat in deze vriendelijkheid mijn gedrag mijn eigen keuze is en ik wil liever vriendelijkheid dan wraak in de wereld zetten.

  1. En als laatste tip: Denk af en toe ook gewoon: Fuck You, Klootzak! 🙂 Het lost niks op, maar het lucht wel op.

 

Gouden tip! Het boek ‘De 5 frustraties van teamwork’ van Patrick Lencioni

TIP van de DAG :-): al vele jaren heb ik als teamcoach enorm veel aan dit boek. En dat wil ik jou dus niet onthouden. Voor veel teammanagers (en ook voor mij toen ik het voor het eerst las) was het een openbaring om eens een boek te lezen wat zo gemakkelijk geschreven is en tegelijkertijd allerlei dagelijks gedoe van teams zo goed structureert.

Dus deze week een ander soort blog, namelijk een boeksamenvatting :-). Hoef jij het boek dus niet helemaal meer te lezen. Al zou ik je aanraden dat wel te doen!

De 5 frustraties van teamwork: hoe kun je ervoor zorgen dat het samenwerken leuk blijft?

Wie zou dit boek moeten lezen? Waarom zou jij dit boek moeten lezen?

Elke organisatie kent verschillende vormen van teams: projectteams, afdelingen en functionele teams. Deze groepen in een organisatie hebben één gemeenschappelijk kenmerk: ze hebben een doel dat samen moet worden gerealiseerd. Als leider of coach van zo’n team wil je ervoor zorgen dat iedereen achter het doel staat en er actief aan bijdraagt. Maar hoe doe je dat, hoe zorg je ervoor dat je een goed team hebt? Daarover gaat dit boek.

Het Verhaal

De 5 frustraties van teamwork is geschreven in verhaalvorm, wat het boek heel vlot leesbaar maakt. In de eerste 162 bladzijden van het boek vertelt Lencioni het verhaal van Catherine, de nieuwe CEO van een slecht functionerend high-tech bedrijf in Silicon Valley, die in haar nieuwe organisatie wordt geconfronteerd met een disfunctioneel managementteam. Tijdens de eerste weken bij haar nieuwe werkgever observeert ze de mensen die deel uitmaken van dat team en stelt enkele typische symptomen en gedragingen vast die typisch zijn voor een goede teamwerking. Stap voor stap vormt ze de groep tot een hecht team. Haar aanpak is gebaseerd op een groepsdynamiek die wordt weergegeven in de volgende driehoeken:

De linker driehoek geeft aan wat je moet trachten te realiseren in het team, de rechter driehoek geeft weer wat het tegengestelde is en het negatieve effect dat dat heeft op het team.
De driehoek moet van onder naar boven worden geïnterpreteerd.

Vertrouwen

Voor een goede teamwerking moeten alle teamleden elkaar vertrouwen. Zonder vertrouwen durven teamleden zich niet uit te spreken, omdat ze niet zeker zijn of iedereen wel positieve intenties heeft. In teams zonder vertrouwen worden deelnemers bijvoorbeeld wel eens belachelijk gemaakt omwille van wat ze zeggen. In teams met vertrouwen bestaat dat niet.
Vertrouwen hebben in elkaar betekent dat je je kwetsbaar kan opstellen in het team, want je wordt gerespecteerd. Het omgekeerde is vreselijk voor een team: wanneer teamleden zich onkwetsbaar opstellen, een schild hooghouden, afstand houden, dan wordt teamwork onmogelijk gemaakt.
Hoe je vertrouwen kan brengen in een team? Door persoonlijke details te delen (bijvoorbeeld uit je jeugd) of door in de groep feedbacksessies te houden waarbij iedereen zijn of haar sterkste en zwakste punt vertelt en de anderen daarop reageren.

Conflicten

Wanneer er vertrouwen is (de basis), durven de teamleden zich uit te spreken, hun mening te geven, of anderen uit te dagen in hun mening. ‘Conflicten’ lijken negatief, maar constructieve conflicten zijn juist zeer productief voor teams: daardoor kunnen ze problemen sneller en vollediger oplossen.
Het tegenovergestelde van (constructieve) conflicten is een kunstmatige harmonie: iedereen is vriendelijk; er zijn ogenschijnlijk geen problemen. Maar dat is bedrog, omdat niemand bereid is om de problemen te benoemen, te bespreken en ze op te lossen. Teammeetings waarin niet wordt gediscussieerd, waarin conflicten worden vermeden, zijn niet productief.

Betrokkenheid

De volgende trap in de driehoek is betrokkenheid. Wanneer alle teamleden bereid zijn om deel te nemen aan de discussies (zie vorige trap) ontstaat er betrokkenheid. Wanneer alle teamleden voelen dat ze hebben bijgedragen aan de besluitvorming, zullen ze veel meer betrokken zijn bij de uitvoering ervan, zelfs als de beslissing niet overeenkomt met hun mening. Betrokkenheid creëert duidelijkheid: duidelijke conclusies, duidelijke doelen.
Het omgekeerde leidt tot onduidelijkheid. Wanneer teamleden zich niet betrokken voelen, leidt dat tot vage afspraken en doelstellingen, waar niemand zich bijgevolg achter schaart. Kenmerkend voor dit soort teams is dat het aan het einde van de teammeeting niet duidelijk is of er nu wel of niet iets is afgesproken of wie juist wat gaat doen.

Verantwoordelijkheid

Pas wanneer al het vorige aanwezig is in een team, kan iedereen zijn verantwoordelijkheid opnemen, en – wat belangrijker is – kan iedereen de anderen aanspreken op de genomen verantwoordelijkheid. Dat is niet vanzelfsprekend. Alle teamleden in een team zijn gelijkwaardig, er is geen hiërarchie. Dus met welk recht zou het ene teamlid het andere erop mogen wijzen wanneer die iets doet dat tegen de afspraken ingaat, of tegen het vooropgestelde doel?
En toch is dat juist nodig om een team een topprestatie te laten neerzetten.
Het omgekeerde zijn teamleden die niet doen wat ze hebben beloofd, die hun doelstellingen niet halen en hun werk niet leveren. Het is duidelijk dat dat snel tot ongenoegen en frustratie leidt in een team.

Resultaten

Aan de top van de driehoek staan de resultaten. Dat zijn de beoogde resultaten voor heel het team. Het zijn de doelstellingen waarover iedereen het eens is. Maar het belangrijkste is: het zijn de resultaten waarvoor elk lid van het team zich mee zal inzetten. In een managementteam bijvoorbeeld betekent dit dat elk teamlid zich zal bekommeren om de vooropgestelde marketingdoelstellingen of kostendoelstellingen, ook al is de verantwoordelijkheid daarvan belegd bij een van de leden.
Het tegenovergestelde leidt tot teams waarvan de leden hun individuele prestaties en resultaten belangrijker vinden dan het resultaat van de groep. Dat zijn de teams waarin ego’s belangrijker zijn dan de groep zelf.

Ik heb erg genoten van het lezen van dit boek. Met het model werk ik letterlijk ook in teambijeenkomsten. Maar misschien nog sterker dan het model, is het zeer herkenbare verhaal over het team en over Catherine die daar chocolade van mag maken. Een aanrader!

De 5 frustraties van teamwork, Hoe je ervoor zorgt dat samenwerken leuk blijft – Patrick Lencioni, Business Bibliotheek, ISBN 978-90-470-0196-6 – Oorspronkelijke titel: The Five Dysfunctions of a Team

 

Medewerker stuk. Wat nu?

Hij doet het niet. Of hij doet in ieder geval niet wat de bedoeling is. Veel teammanagers hebben wel één of twee van die medewerkers in hun team, waarvan zij op zijn minst vinden dat hij lastig is of dat hij je meer energie kost dan dat hij oplevert. Vaak is dat ‘stuk zijn’ niet een heel duidelijk disfunctioneren of er echt een potje van maken. Het is meer zo’n ‘net niet matchen’. Zo’n net-niet-match die wel je sokken uit je schoenen doet kruipen van irritatie.

  • Die iemand komt bijvoorbeeld altijd met kritiek, vermomd als goede ideeën: “Hé, weet je wat we eigenlijk moeten doen…”
  • Die iemand trekt allerlei taken naar zich toe, die vervolgens weken blijven liggen op zijn kantoor.
  • Die iemand wijst net even te veel op zijn functieomschrijving om duidelijk te maken dat hij iets niet gaat doen.
  • Die iemand kan steeds niet komen op die vergadering, omdat hij dan net zijn moeder naar het ziekenhuis moet brengen (voor de 40ste keer).
  • Die iemand stuurt je een mailtje, als antwoord op dat zeer belangrijke memo, met de opmerking dat er een taalfout staat in de tweede alinea…

Behalve zo’n persoon langzaam te wurgen bij de kopieermachine, wat kun je nog meer doen?

Tip 1: Check je aannames

Geef maar toe, bij zo’n medewerker die net niet matcht, hebben we allerlei oordelen en aannames. We vinden het een mierenneuker, een zeikwijf, een klaploper, etc. Alleen wat we vaak vergeten is om het gesprek aan te gaan met de persoon in kwestie.

Als we dat wel doen, blijkt namelijk vaak dat dat gedrag waar jij je zo aan ergert, dat dat met de beste intenties wordt gedaan. Of dat iemand zich er in ieder geval niet van bewust is dat het gedrag zo irritant overkomt.

Wij vinden bijvoorbeeld de man die op zijn functieomschrijving wijst een pietje-precies, die niks voor een ander over heeft. Zelf weet hij gewoon simpelweg niet hoe hij ‘nee’ moet zeggen. Hij grijpt dan maar halfslachtig naar de functieomschrijving.

Dus ga het gesprek aan! Kom erachter wat er achter dat ‘rare’ gedrag zit. Als je dat weet kun je ook tot een werkende oplossing komen. En daar hoef je niet eens zo hard voor te werken, want als je dan toch in gesprek bent, laat dan ook de oplossing maar van de persoon zelf komen. Je zult versteld staan over hoeveel beter die waarschijnlijk is dan dat wat jij had bedacht :-).

Tip 2: Spreek de kaders uit!

Als ik een euro zou krijgen voor elke keer dat ik een teammanager hoor zeggen: “Hij snapt toch wel dat…” dan zou ik inmiddels harstikke rijk zijn.

We denken zo vaak dat we helder zijn in onze verwachtingen, in de kaders (wat wel en niet kan) en in onze afspraken, maar niets is minder waar.

We laten Klaas bijvoorbeeld een MBA doen (als zoethoudertje), terwijl er helemaal geen functie vrijkomt waar Klaas zijn opleiding kan toepassen. We vinden dat Sandra de kantjes ervanaf loopt, omdat ze al om 17.00 uur naar huis gaat. Maar we zeggen dat nooit tegen haarzelf. Sandra zelf denkt dat ze het juist goed doet door tot 17.00 uur te blijven en daarna nog wat thuis te werken. Ilse neemt vanuit loyaliteit steeds meer op haar bordje, terwijl wij juist zouden willen dat ze meer gaat delegeren (maar dat spreken we niet uit natuurlijk).

Spreek je uit! Ook al is het slecht nieuws, ook al stel je iemand teleur op de korte termijn. De grootste teleurstellingen zijn verwachtingen die jarenlang maar niet uit komen, omdat niemand zich durft uit te spreken.

Tip 3: Jij bent rolmodel, goed voorbeeld doet volgen

Als jij altijd tien minuten te laat komt op een vergadering… Als jij klaagt over die andere afdelingen… Als jij de stukken nooit helemaal leest… Als jij belooft er volgende week op terug te komen en dat vervolgens niet doet… Als jij de deadline steeds verschuift…

Ach je raadt het al, hè?

Goed voorbeeld doet volgen en het tegenovergestelde ook.

Tip 4 Soms zijn dingen tijdelijk

Je medewerker is een mens en mensen hebben wel eens iets. Dat hoeft 9 van de 10 keer niets met het werk te maken te hebben. Maar soms uit zich dat wel op het werk, juist in van die kleine irritaties. Je collega heeft bijvoorbeeld echt een moeder in het ziekenhuis. En juist daarom is het bijwonen van de vergadering waar allerlei meningen over de tafel vliegen net even teveel voor je collega. Maar in plaats van dat zo te benoemen, verzint je collega een smoes of een reden waar jij geen nee tegen kan zeggen.

Soms is simpelweg een beetje welgemeende interesse en aandacht het beste wat je kan geven. Die interesse en aandacht kunnen precies datgene zijn waardoor je medewerker zelf weer uit de malaise stapt en weer de schouders eronder zet.

Duwen en trekken helpt niet. Een beetje compassie vaak wel.

O ja: bij compassie denken we vaak dat we het verhaal van de ander helemaal moeten begrijpen en ook nog helpen oplossen. Puur luisteren en de ander wat ruimte geven is zoveel effectiever.

Tip 5: Soms zijn dingen eindeloos

Net beschreef ik een medewerker waar het even niet zo goed mee gaat. Maar je hebt natuurlijk ook je pappenheimers die in 1963 al ontslagen hadden moeten worden. Het zijn vaak de doorschuifmedewerkers van een grotere organisatie of juist medewerkers bij een kleine organisatie die heel goed matchten in de beginfase van je bedrijf, maar die niet meer matchen bij wat het bedrijf nu nodig heeft. Soms is dit zelfs één van de directeuren.

Ik heb eigenlijk maar één advies: neem afscheid! Op de meest respectvolle manier die je kunt bedenken. Heb respect voor wat iemand heeft betekend. Juist door eerlijk te zijn over dat iemand niet meer past. Dan gun je het iemand tenminste om ergens anders weer voluit te kunnen floreren.

In bijna elk teamtraject dat ik heb begeleid zijn er mensen vertrokken (vaak uit eigen beweging, omdat duidelijk werd dat het niet meer klopte). En al die keren is het voor beide partijen hartstikke goed geweest. Ik heb zelfs bedankmailtjes gehad van mensen die ontslagen zijn, simpelweg omdat ze nu weer lekker kunnen werken in plaats van verkrampt vast te moeten houden aan een functie die niet meer past.

Ik ben benieuwd welke lastige keuzes jij wel eens hebt moeten maken.

Geen grijze muis! Geen compromis!

“I See your True Colors… Shining Through…” Mooi hè? Dat liedje van Cindy Lauper uit de jaren 80…

In de grijze massa van veel teams, mis ik toch vaak al die mooie kleuren. Veel teams zijn in de loop van de jaren een verzameling grijze muizen geworden.

  • Al jaren met elkaar werken stimuleert nou niet echt tot een spannend gesprek.
  • De eindeloze, saaie vergaderingen hebben alle levensenergie er wel een beetje uitgeperst én
  • We hebben allemaal gemerkt dat als er beslissingen moeten worden genomen, we toch uitkomen op een soort halfslachtig compromis.

Het compromis (BLÈÈÈÈÈ) is in mijn beleving de grootste killer van teamenergie!

Je moet iets beslissen als team en in plaats van voor het beste resultaat te gaan, ga je voor die oplossing waarbij niemand zich geschoffeerd, gepasseerd of niet gehoord voelt.

Alle scherpe kantjes zijn er vanaf gevijld. Alle peper is er grondig uitgeknepen en alle plezier en sprankeling dus helaas ook.

“We moeten zorgen dat we draagvlak hebben”, nog zo’n managementterm, waarbij mijn nekharen altijd overeind gaan staan. Tuurlijk moet je zorgen voor draagvlak, maar dat doe je niet door mensen vooral te pleasen, tegemoet te komen en door alle wind uit ieders zeilen te halen.

Weet je wanneer je pas echt draagvlak krijgt? NOU???

Wanneer je met een oplossing komt die klopt. Die hout snijdt. Die past bij de situatie waar iedereen zich in bevindt. Die kortom gewoon de beste oplossing is. Let wel: de beste oplossing is niet altijd de meest geliefde oplossing.

Klinkt simpel toch?

En toch zie ik tig managers er niks van bakken.

  • Ze draaien liever uren om de hete brij heen dan een impopulaire maatregel te nemen.
  • Ze verzinnen liever een niet-bestaande functie dan iemand te ontslaan
  • Ze houden liever een niet-functionerende medewerker aan, dan deze de moeilijke boodschap te brengen dat hij niet matcht.
  • Ze stellen liever een lastige beslissing uit tot de volgende vergadering, dan nu het risico te lopen om mensen over zich heen te krijgen.

Laten we het beestje bij zijn naam noemen. De meeste managers zijn zachte heelmeesters. En je weet hoe het daarmee afloopt…

Die stinkende wonden zorgen voor een hoop oplopende situaties die in een eerder stadium voorkomen hadden kunnen worden.

Erger nog: je creëert er een grijze-muizen-cultuur mee.

  • Een cultuur waarin niemand zich nog echt uitspreekt.
  • Waar mensen zich verschuilen als er een beslissing genomen moet worden
  • Een cultuur van Ja zeggen en Nee doen.
  • En vooral een cultuur van middelmatigheid, verschuilen en heeeeeeeeeeel veeeeeeeeeeeeel voorzichtige woorden.
  • En een supersaai team.

Dat wíl jij toch niet?

Jij wilt toch een sprankelend team? Een team waarin de creatieve ideeën over de tafel vliegen? Een team waarin geleerd wordt van elkaar? Een team dat uitdagende klussen klaart en waanzinnige resultaten haalt?

JA? Nou dan is het tijd om eens ballen te tonen!

Dus, COME ON:

  1. Neem die beslissing, ook al is 95% het er niet mee eens. En dat doe je trouwens niet om je macht te tonen, maar gewoon omdat jij weet dat het de beste beslissing is)
  2. Vraag niet alle meningen op, maar alleen de meningen van die mensen die er echt iets vanaf weten.
  3. Wacht niet met beslissen totdat iedereen aanwezig is, maar beslis gewoon eens met de mensen die er wel zijn.
  4. Ga het gesprek aan met die niet-functionerende medewerker en zeg eerlijk dat jij hem niet meer vindt voldoen.

Wil jij hier meer in leren?

Klik dan HIER voor de Leergang voor Teammanagers

VIJF team-mythes die je team ontkrachten

Mythe 1: De neuzen moeten dezelfde kant uit

Het is een leuke management term, maar het slaat eigenlijk nergens op. Een team bestaat als het goed is uit verschillende mensen die samen werken aan een gezamenlijk doel. Verschillend omdat je dan juist gebruik kunt maken van verschillende krachten, verschillende perspectieven en verschillende kwaliteiten.

Met een “neuzen dezelfde kant op” idee, gooi je in feite een grijs sausje over je team en streef je dus eigenlijk naar middelmatigheid.

Maar je wilt toch dat mensen naar hetzelfde doel toewerken? Ja dat wel, maar wel graag vanuit hun eigen perspectief.

Mythe 2: Manager zijn is hard werken

Ach wat heb ik soms een medelijden met al die managers die zo hard werken. Vroeg de auto in, gesprekken, mails, opdrachten geven, planningen maken, beantwoorden van alle vragen, hanteren van conflicten, troubles en het blussen van alle brandjes. Het oplossen van alles wat verkeerd gaat. Controleren van je medewerkers, nog meer gesprekken voeren, vergaderen en dan weer moe de auto in, de file door op weg naar huis.

Hard hard rennen als een kip zonder kop. HERE IS YOUR WAKE UP CALL: Dat is niet de bedoeling!

In eerdere BLOG’s heb ik het er al vaak over gehad. De bedoeling van jouw rol is om je team effectief te LATEN werken (en dat is dus ook al niet per se hard). Met het oplossen van problemen en het beantwoorden van vragen heb jij als het goed is juist heel weinig van doen. Als je niet weet hoe je je team voor je moet laten werken, koop dan alsjeblieft mijn video.

Verleg in ieder geval je focus van zelf hard werken naar de vraag: Hoe kan ik mijn team productief laten werken?

Mythe 3: Ik wacht wel met mijn feedback tot het functioneringsgesprek

Mensen worden niet gemotiveerd als ze alleen van jou horen als ze iets verkeerds doen of als het toevallig het formele moment van het jaargesprek is. Wees aanwezig voor je mensen. Laat weten dat je ze ziet, wat je van ze vindt, zowel positief als minder positief. Geef directe feedback en terugkoppeling, zodat het ook aansluit bij wat mensen op dat moment aan het doen zijn in plaats van het op te sparen tot een soort abstract geheel aan het einde van het jaar.

Nog een tip voor het functioneringsgesprek. Dit is eigenlijk helemaal niet de plek voor corrigerende feedback (dat zou je al lang gegeven moeten hebben). Het is de plek om te praten over mensen hun ontwikkeling, hun ambities, hun plannen en hoe ze deze plannen & ambities kunnen afstemmen op de organisatie doelen. Dan motiveer je mensen, krijg je hun commitment en werk je echt samen ergens naar toe.

Mythe 4: Mensen motiveer je het beste met beloningen (en straffen)

Ja dit geldt zeker voor bepaalde mensen. Er zijn genoeg mensen die werken puur voor het salaris. Hun grootste prikkel is dus het salaris, mogelijke bonussen en extra’s.

Maar zelfs bij deze mensen kun je je afvragen of dat werkelijk over motivatie gaat. Het klinkt mij meer als een zakelijke overeenkomst in de oren. Net als dat je bijvoorbeeld een X bedrag voor een bepaalde auto wilt betalen. Echter echte motivatie (of je de auto überhaupt wil hebben of niet) is wat anders.

Mensen raken veel meer gemotiveerd door andere zaken. Wat zijn die dingen dan?

  • Van betekenis zijn (meaningful).
  • Zeggenschap over het doel, over hoe je je werk doet etc. Invloed dus.
  • Zelfstandig kunnen werken en een zekere mate van verantwoordelijkheid kunnen nemen (denk hier nog maar eens aan Mythe 2 over het harde werken).
  • Uitdaging, leuk & interessant werk.
  • Gezien worden, erkend worden, geprezen worden.
  • Je verbonden voelen met het hogere doel.
  • Plezier, leuke collega’s, leuk werk hebben.

Mythe 5: Ik moet weten hoe het moet, want ik ben de manager 

Hahaha, dit denken we vaak ja en daarom vervallen we vaak in mythe 2, het harde werken. Vaak komen managers uit het vak zelf of hebben ze er affiniteit mee en stappen ze vrolijk in de valkuil van het beantwoorden van allerlei vragen en het oplossen van allerlei problemen. Maar betere leiders worden ze er niet van.

Laat je team werken, laat je team met oplossingen komen en laat vooral je team weten hoe het moet. En als extern teamcoach (waarbij ik vaak geen ene jota weet van de inhoud) weet ik hoezeer het juist helpt om helemaal niks te weten van hoe het moet. Laat de ander schitteren!

Laat weten wat je van dit BLOG vindt. Ik ben heel benieuwd naar jouw mening! En ik ben benieuwd wat jij hiervan leert.