Selecteer een pagina

Gouden tip! Het boek ‘De 5 frustraties van teamwork’ van Patrick Lencioni

TIP van de DAG :-): al vele jaren heb ik als teamcoach enorm veel aan dit boek. En dat wil ik jou dus niet onthouden. Voor veel teammanagers (en ook voor mij toen ik het voor het eerst las) was het een openbaring om eens een boek te lezen wat zo gemakkelijk geschreven is en tegelijkertijd allerlei dagelijks gedoe van teams zo goed structureert.

Dus deze week een ander soort blog, namelijk een boeksamenvatting :-). Hoef jij het boek dus niet helemaal meer te lezen. Al zou ik je aanraden dat wel te doen!

De 5 frustraties van teamwork: hoe kun je ervoor zorgen dat het samenwerken leuk blijft?

Wie zou dit boek moeten lezen? Waarom zou jij dit boek moeten lezen?

Elke organisatie kent verschillende vormen van teams: projectteams, afdelingen en functionele teams. Deze groepen in een organisatie hebben één gemeenschappelijk kenmerk: ze hebben een doel dat samen moet worden gerealiseerd. Als leider of coach van zo’n team wil je ervoor zorgen dat iedereen achter het doel staat en er actief aan bijdraagt. Maar hoe doe je dat, hoe zorg je ervoor dat je een goed team hebt? Daarover gaat dit boek.

Het Verhaal

De 5 frustraties van teamwork is geschreven in verhaalvorm, wat het boek heel vlot leesbaar maakt. In de eerste 162 bladzijden van het boek vertelt Lencioni het verhaal van Catherine, de nieuwe CEO van een slecht functionerend high-tech bedrijf in Silicon Valley, die in haar nieuwe organisatie wordt geconfronteerd met een disfunctioneel managementteam. Tijdens de eerste weken bij haar nieuwe werkgever observeert ze de mensen die deel uitmaken van dat team en stelt enkele typische symptomen en gedragingen vast die typisch zijn voor een goede teamwerking. Stap voor stap vormt ze de groep tot een hecht team. Haar aanpak is gebaseerd op een groepsdynamiek die wordt weergegeven in de volgende driehoeken:

De linker driehoek geeft aan wat je moet trachten te realiseren in het team, de rechter driehoek geeft weer wat het tegengestelde is en het negatieve effect dat dat heeft op het team.
De driehoek moet van onder naar boven worden geïnterpreteerd.

Vertrouwen

Voor een goede teamwerking moeten alle teamleden elkaar vertrouwen. Zonder vertrouwen durven teamleden zich niet uit te spreken, omdat ze niet zeker zijn of iedereen wel positieve intenties heeft. In teams zonder vertrouwen worden deelnemers bijvoorbeeld wel eens belachelijk gemaakt omwille van wat ze zeggen. In teams met vertrouwen bestaat dat niet.
Vertrouwen hebben in elkaar betekent dat je je kwetsbaar kan opstellen in het team, want je wordt gerespecteerd. Het omgekeerde is vreselijk voor een team: wanneer teamleden zich onkwetsbaar opstellen, een schild hooghouden, afstand houden, dan wordt teamwork onmogelijk gemaakt.
Hoe je vertrouwen kan brengen in een team? Door persoonlijke details te delen (bijvoorbeeld uit je jeugd) of door in de groep feedbacksessies te houden waarbij iedereen zijn of haar sterkste en zwakste punt vertelt en de anderen daarop reageren.

Conflicten

Wanneer er vertrouwen is (de basis), durven de teamleden zich uit te spreken, hun mening te geven, of anderen uit te dagen in hun mening. ‘Conflicten’ lijken negatief, maar constructieve conflicten zijn juist zeer productief voor teams: daardoor kunnen ze problemen sneller en vollediger oplossen.
Het tegenovergestelde van (constructieve) conflicten is een kunstmatige harmonie: iedereen is vriendelijk; er zijn ogenschijnlijk geen problemen. Maar dat is bedrog, omdat niemand bereid is om de problemen te benoemen, te bespreken en ze op te lossen. Teammeetings waarin niet wordt gediscussieerd, waarin conflicten worden vermeden, zijn niet productief.

Betrokkenheid

De volgende trap in de driehoek is betrokkenheid. Wanneer alle teamleden bereid zijn om deel te nemen aan de discussies (zie vorige trap) ontstaat er betrokkenheid. Wanneer alle teamleden voelen dat ze hebben bijgedragen aan de besluitvorming, zullen ze veel meer betrokken zijn bij de uitvoering ervan, zelfs als de beslissing niet overeenkomt met hun mening. Betrokkenheid creëert duidelijkheid: duidelijke conclusies, duidelijke doelen.
Het omgekeerde leidt tot onduidelijkheid. Wanneer teamleden zich niet betrokken voelen, leidt dat tot vage afspraken en doelstellingen, waar niemand zich bijgevolg achter schaart. Kenmerkend voor dit soort teams is dat het aan het einde van de teammeeting niet duidelijk is of er nu wel of niet iets is afgesproken of wie juist wat gaat doen.

Verantwoordelijkheid

Pas wanneer al het vorige aanwezig is in een team, kan iedereen zijn verantwoordelijkheid opnemen, en – wat belangrijker is – kan iedereen de anderen aanspreken op de genomen verantwoordelijkheid. Dat is niet vanzelfsprekend. Alle teamleden in een team zijn gelijkwaardig, er is geen hiërarchie. Dus met welk recht zou het ene teamlid het andere erop mogen wijzen wanneer die iets doet dat tegen de afspraken ingaat, of tegen het vooropgestelde doel?
En toch is dat juist nodig om een team een topprestatie te laten neerzetten.
Het omgekeerde zijn teamleden die niet doen wat ze hebben beloofd, die hun doelstellingen niet halen en hun werk niet leveren. Het is duidelijk dat dat snel tot ongenoegen en frustratie leidt in een team.

Resultaten

Aan de top van de driehoek staan de resultaten. Dat zijn de beoogde resultaten voor heel het team. Het zijn de doelstellingen waarover iedereen het eens is. Maar het belangrijkste is: het zijn de resultaten waarvoor elk lid van het team zich mee zal inzetten. In een managementteam bijvoorbeeld betekent dit dat elk teamlid zich zal bekommeren om de vooropgestelde marketingdoelstellingen of kostendoelstellingen, ook al is de verantwoordelijkheid daarvan belegd bij een van de leden.
Het tegenovergestelde leidt tot teams waarvan de leden hun individuele prestaties en resultaten belangrijker vinden dan het resultaat van de groep. Dat zijn de teams waarin ego’s belangrijker zijn dan de groep zelf.

Ik heb erg genoten van het lezen van dit boek. Met het model werk ik letterlijk ook in teambijeenkomsten. Maar misschien nog sterker dan het model, is het zeer herkenbare verhaal over het team en over Catherine die daar chocolade van mag maken. Een aanrader!

De 5 frustraties van teamwork, Hoe je ervoor zorgt dat samenwerken leuk blijft – Patrick Lencioni, Business Bibliotheek, ISBN 978-90-470-0196-6 – Oorspronkelijke titel: The Five Dysfunctions of a Team

 

Geen grijze muis! Geen compromis!

“I See your True Colors… Shining Through…” Mooi hè? Dat liedje van Cindy Lauper uit de jaren 80…

In de grijze massa van veel teams, mis ik toch vaak al die mooie kleuren. Veel teams zijn in de loop van de jaren een verzameling grijze muizen geworden.

  • Al jaren met elkaar werken stimuleert nou niet echt tot een spannend gesprek.
  • De eindeloze, saaie vergaderingen hebben alle levensenergie er wel een beetje uitgeperst én
  • We hebben allemaal gemerkt dat als er beslissingen moeten worden genomen, we toch uitkomen op een soort halfslachtig compromis.

Het compromis (BLÈÈÈÈÈ) is in mijn beleving de grootste killer van teamenergie!

Je moet iets beslissen als team en in plaats van voor het beste resultaat te gaan, ga je voor die oplossing waarbij niemand zich geschoffeerd, gepasseerd of niet gehoord voelt.

Alle scherpe kantjes zijn er vanaf gevijld. Alle peper is er grondig uitgeknepen en alle plezier en sprankeling dus helaas ook.

“We moeten zorgen dat we draagvlak hebben”, nog zo’n managementterm, waarbij mijn nekharen altijd overeind gaan staan. Tuurlijk moet je zorgen voor draagvlak, maar dat doe je niet door mensen vooral te pleasen, tegemoet te komen en door alle wind uit ieders zeilen te halen.

Weet je wanneer je pas echt draagvlak krijgt? NOU???

Wanneer je met een oplossing komt die klopt. Die hout snijdt. Die past bij de situatie waar iedereen zich in bevindt. Die kortom gewoon de beste oplossing is. Let wel: de beste oplossing is niet altijd de meest geliefde oplossing.

Klinkt simpel toch?

En toch zie ik tig managers er niks van bakken.

  • Ze draaien liever uren om de hete brij heen dan een impopulaire maatregel te nemen.
  • Ze verzinnen liever een niet-bestaande functie dan iemand te ontslaan
  • Ze houden liever een niet-functionerende medewerker aan, dan deze de moeilijke boodschap te brengen dat hij niet matcht.
  • Ze stellen liever een lastige beslissing uit tot de volgende vergadering, dan nu het risico te lopen om mensen over zich heen te krijgen.

Laten we het beestje bij zijn naam noemen. De meeste managers zijn zachte heelmeesters. En je weet hoe het daarmee afloopt…

Die stinkende wonden zorgen voor een hoop oplopende situaties die in een eerder stadium voorkomen hadden kunnen worden.

Erger nog: je creëert er een grijze-muizen-cultuur mee.

  • Een cultuur waarin niemand zich nog echt uitspreekt.
  • Waar mensen zich verschuilen als er een beslissing genomen moet worden
  • Een cultuur van Ja zeggen en Nee doen.
  • En vooral een cultuur van middelmatigheid, verschuilen en heeeeeeeeeeel veeeeeeeeeeeeel voorzichtige woorden.
  • En een supersaai team.

Dat wíl jij toch niet?

Jij wilt toch een sprankelend team? Een team waarin de creatieve ideeën over de tafel vliegen? Een team waarin geleerd wordt van elkaar? Een team dat uitdagende klussen klaart en waanzinnige resultaten haalt?

JA? Nou dan is het tijd om eens ballen te tonen!

Dus, COME ON:

  1. Neem die beslissing, ook al is 95% het er niet mee eens. En dat doe je trouwens niet om je macht te tonen, maar gewoon omdat jij weet dat het de beste beslissing is)
  2. Vraag niet alle meningen op, maar alleen de meningen van die mensen die er echt iets vanaf weten.
  3. Wacht niet met beslissen totdat iedereen aanwezig is, maar beslis gewoon eens met de mensen die er wel zijn.
  4. Ga het gesprek aan met die niet-functionerende medewerker en zeg eerlijk dat jij hem niet meer vindt voldoen.

Wil jij hier meer in leren?

Klik dan HIER voor de Leergang voor Teammanagers

Spiegeltje, spiegeltje: Een stappenplan uit dat conflict

De afgelopen tijd heb ik een aantal teams gecoacht die in conflict met elkaar lagen. Harstikke intensief en soms bloed, zweet en tranen, maar ook hartstikke interessant om zo’n spannende situatie om te draaien.

Het valt op dat het ene team veel gemakkelijker in het gesprek is met mij en ook met elkaar dan het andere team. Dit heeft met vele factoren te maken. Zo speelt natuurlijk mee hoe lang het conflict al bestaat. Hoe ingegraven de standpunten zijn van de teamleden en vooral natuurlijk ook hoe bereid men is om naar een oplossing te werken.

Er is ook nog een andere factor die een enorm verschil maakt in de kans van slagen bij het oplossen van een conflict. Of je nu zelf onderdeel van het conflict bent, of teammanager of teamcoach en dat is: De mogelijkheid tot zelfreflectie.

Ben jij in staat om in een conflict naar jezelf te kijken? Kan jij oprecht in de spiegel kijken naar jouw aandeel in dit meningsverschil?

Heel veel mensen zullen automatische JA antwoorden op deze vraag, terwijl ik in de praktijk 90% van de mensen dit NIET zie doen.

Het is echt opzienbarend als je naar mensen gaat luisteren. Ze praten bijna de hele tijd over “Jij dit en Hij dat”. De ander heeft zoveel verkeerd gedaan en zelf ben je daar alleen maar slachtoffer van (zo lijkt het tenminste). Als mensen al toegeven dat ze iets niet zo handig hebben gedaan dan volgt er bijna automatisch: “Maar dat kwam omdat hij…….”

En als ik naar mezelf kijk, doe ik precies hetzelfde.

We kennen de spreekwoorden:

“Waar twee vechten, hebben twee schuld”
“Als je naar een ander wijst, wijzen er ook drie vingers naar jezelf”

En toch als ik onderdeel van een conflict ben voel ik me ook 100% onheus bejegend door de ander. Al mijn acties kan ik prima verklaren, maar die ander is gewoon opzettelijk gemeen, bot, hard om te doen wat zij doet. Dus ik heb gelijk en die ander niet, punt uit.

En dus vind ik dat die ander moet veranderen…… Maar ja, ik weet niet of je dat wel eens hebt geprobeerd? Iemand anders veranderen? Dat werkt niet (alle relatie-pogingen ten spijt).

En dus weet ik dat ik dan zuchtend en steunend toch maar weer met mezelf aan de slag moet. Hoewel ik mezelf knarsetandend en met flinke hakken in het zand naar de spreekwoordelijke spiegel moet slepen, weet ik dat daar toch het antwoord ligt. 🙂

Maar HOE DOE JE DAT DAN?

Stap 1) Ga er van uit dat jij een aandeel hebt in het conflict. Ook al zie je dat aandeel nu nog niet. Als je uitgaat van deze overtuiging, gaat dit aandeel zich wel openbaren aan je, anders blijf je alleen maar wijzen naar de ander. En je weet hoe effectief dat was.

Stap 2) Onderzoek zonder oordeel je gevoelens en gedachten bij de acties van de ander. Welke gevoelens spelen bij jou een rol? Verdriet, boosheid, teleurstelling, angst? Waar wordt je door geraakt? Wat in jou wordt geraakt? Welke overtuiging wordt geraakt? Welke norm wordt er volgens jou overschreden? Waarom is dat zo erg?

Stap 3) Waar wordt de ander in geraakt? Wat is er voor die ander belangrijk? Wat zie je voor gevoelens bij de ander? Verdriet, boosheid, teleurstelling, angst? Welke norm / waarde van de ander wordt er overschreden?

Stap 4) Wat doet de ander waardoor je zo wordt geraakt? Doet die ander dat expres? Is het onkunde, onwetendheid, onhandigheid, geleid door emoties? Op wat voor manier zou jij minder geraakt zijn door de ander?

Stap 5) Wat doe jij waardoor je die ander raakt? Doe jij die actie uit emotie, onhandigheid, onkunde, onwetendheid? Wat kun jij doen om de ander niet te raken?

Stap 6) Verzin een manier om met elkaar weer in gesprek te komen waarbij je gebruik maakt van de kennis die je net in de zelfreflectie hebt opgedaan!

Een belangrijke tip bij zelfreflectie is om het vooral als een heel interessant onderzoek te zien. Je komt weer eens wat te weten over jezelf, LEUK! Het is dus geen Zelfkastijding!

Veel plezier bij je onderzoek, laat me weten waar je achter komt!

VIJF team-mythes die je team ontkrachten

Mythe 1: De neuzen moeten dezelfde kant uit

Het is een leuke management term, maar het slaat eigenlijk nergens op. Een team bestaat als het goed is uit verschillende mensen die samen werken aan een gezamenlijk doel. Verschillend omdat je dan juist gebruik kunt maken van verschillende krachten, verschillende perspectieven en verschillende kwaliteiten.

Met een “neuzen dezelfde kant op” idee, gooi je in feite een grijs sausje over je team en streef je dus eigenlijk naar middelmatigheid.

Maar je wilt toch dat mensen naar hetzelfde doel toewerken? Ja dat wel, maar wel graag vanuit hun eigen perspectief.

Mythe 2: Manager zijn is hard werken

Ach wat heb ik soms een medelijden met al die managers die zo hard werken. Vroeg de auto in, gesprekken, mails, opdrachten geven, planningen maken, beantwoorden van alle vragen, hanteren van conflicten, troubles en het blussen van alle brandjes. Het oplossen van alles wat verkeerd gaat. Controleren van je medewerkers, nog meer gesprekken voeren, vergaderen en dan weer moe de auto in, de file door op weg naar huis.

Hard hard rennen als een kip zonder kop. HERE IS YOUR WAKE UP CALL: Dat is niet de bedoeling!

In eerdere BLOG’s heb ik het er al vaak over gehad. De bedoeling van jouw rol is om je team effectief te LATEN werken (en dat is dus ook al niet per se hard). Met het oplossen van problemen en het beantwoorden van vragen heb jij als het goed is juist heel weinig van doen. Als je niet weet hoe je je team voor je moet laten werken, koop dan alsjeblieft mijn video.

Verleg in ieder geval je focus van zelf hard werken naar de vraag: Hoe kan ik mijn team productief laten werken?

Mythe 3: Ik wacht wel met mijn feedback tot het functioneringsgesprek

Mensen worden niet gemotiveerd als ze alleen van jou horen als ze iets verkeerds doen of als het toevallig het formele moment van het jaargesprek is. Wees aanwezig voor je mensen. Laat weten dat je ze ziet, wat je van ze vindt, zowel positief als minder positief. Geef directe feedback en terugkoppeling, zodat het ook aansluit bij wat mensen op dat moment aan het doen zijn in plaats van het op te sparen tot een soort abstract geheel aan het einde van het jaar.

Nog een tip voor het functioneringsgesprek. Dit is eigenlijk helemaal niet de plek voor corrigerende feedback (dat zou je al lang gegeven moeten hebben). Het is de plek om te praten over mensen hun ontwikkeling, hun ambities, hun plannen en hoe ze deze plannen & ambities kunnen afstemmen op de organisatie doelen. Dan motiveer je mensen, krijg je hun commitment en werk je echt samen ergens naar toe.

Mythe 4: Mensen motiveer je het beste met beloningen (en straffen)

Ja dit geldt zeker voor bepaalde mensen. Er zijn genoeg mensen die werken puur voor het salaris. Hun grootste prikkel is dus het salaris, mogelijke bonussen en extra’s.

Maar zelfs bij deze mensen kun je je afvragen of dat werkelijk over motivatie gaat. Het klinkt mij meer als een zakelijke overeenkomst in de oren. Net als dat je bijvoorbeeld een X bedrag voor een bepaalde auto wilt betalen. Echter echte motivatie (of je de auto überhaupt wil hebben of niet) is wat anders.

Mensen raken veel meer gemotiveerd door andere zaken. Wat zijn die dingen dan?

  • Van betekenis zijn (meaningful).
  • Zeggenschap over het doel, over hoe je je werk doet etc. Invloed dus.
  • Zelfstandig kunnen werken en een zekere mate van verantwoordelijkheid kunnen nemen (denk hier nog maar eens aan Mythe 2 over het harde werken).
  • Uitdaging, leuk & interessant werk.
  • Gezien worden, erkend worden, geprezen worden.
  • Je verbonden voelen met het hogere doel.
  • Plezier, leuke collega’s, leuk werk hebben.

Mythe 5: Ik moet weten hoe het moet, want ik ben de manager 

Hahaha, dit denken we vaak ja en daarom vervallen we vaak in mythe 2, het harde werken. Vaak komen managers uit het vak zelf of hebben ze er affiniteit mee en stappen ze vrolijk in de valkuil van het beantwoorden van allerlei vragen en het oplossen van allerlei problemen. Maar betere leiders worden ze er niet van.

Laat je team werken, laat je team met oplossingen komen en laat vooral je team weten hoe het moet. En als extern teamcoach (waarbij ik vaak geen ene jota weet van de inhoud) weet ik hoezeer het juist helpt om helemaal niks te weten van hoe het moet. Laat de ander schitteren!

Laat weten wat je van dit BLOG vindt. Ik ben heel benieuwd naar jouw mening! En ik ben benieuwd wat jij hiervan leert.

Gevaarlijke groepen

Ja! Die zijn er ook. Als teamcoach en ook als leider zijn we meestal vooral gericht op de kracht van groepen. Het één en één is drie principe, het leren van elkaar, het samen sterk staan enzovoort. Groepen kunnen enorm veel bereiken als ze goed op elkaar zijn afgestemd. Ze kunnen helend zijn voor de individuen in de groep (denk maar eens aan een therapiegroep) en ze kunnen enorm plezierig zijn en je hartstikke veel energie geven (je vriendengroep bijvoorbeeld).

Als ik eerlijk ben, ben ik mijn onderzoek in de wereld van de groepsdynamiek niet begonnen vanuit die positieve teamfenomenen, maar veel meer vanuit de zwarte, sensatie-achtige interesse in die rare fenomenen die groepen ook behoorlijk de bocht uit laten vliegen.

Voetbalrellen, sektes, de tweede wereldoorlog, motorclubs. Maar ook veel dichterbij: Pesten, vrijgezellendagjes, Expeditie Robinson, Carnaval, de bedrijfsborrel en sportteams. Veel van dit soort groepsgedrag vind ik fascinerend om naar te kijken. Als je geen onderdeel bent van een groep, is het bijna alsof je naar een apenrots in de dierentuin zit te kijken. Het is dan superspannend om te zien wie het met wie aan de stok krijgt, wie heimelijke avances maakt en wie zich steeds op de borst staat te kloppen. Je hebt het idee dat jij je nooit zo zou gedragen. Tot je ineens zelf staat te karaoken met net iets te veel bier op tijdens een groepsuitje.

Dat is ook wat groepen leuk maakt. Ze dagen je uit om eens iets anders te doen, je comfort-zone op te rekken en risico’s te nemen. Alleen we worden vaak veel meer beïnvloed door de groepen waar we ons in bevinden dan we denken.

We denken wel zoveel bewust en individueel te beslissen, maar is dat wel zo? Heel veel van ons gedrag, onze voorkeuren en afkeuren wordt simpelweg bepaald door ons DNA, onze opvoeding, onze cultuur en bovenal door de groepen waar we lid van zijn. Ik zou je eens willen uitnodigen de komende weken eens naar je eigen gedrag in groepen te kijken en de volgende vragen te beantwoorden:

  1. Gedraag ik me anders in deze groep dan ergens anders?
  2. Zo ja, waardoor komt dat? Wat probeer ik te bereiken? Op wie probeer ik onbewust indruk te maken?
  3. Wat vermijd ik in deze groep? Waar pas ik me op aan?
  4. Wat voor cultuur van ongeschreven regels hebben wij in deze groep?

Ik ben benieuwd naar je antwoorden!!

Eén van de meest opmerkelijke experimenten ooit die de kracht en het gevaar van groepen glashelder duidelijk heeft gemaakt is het Stanford-Prison experiment (Zimbardo).

Stanford-gevangenisexperiment


Een groep van 24 doorsnee Amerikaanse jongens uit de middenklasse, die aan het begin van het experiment niet van elkaar verschilden, zou twee weken lang gesplitst worden in de rol van bewaker of gevangene in een namaakgevangenis. Het toeval bepaalde de rollenverdeling. Twaalf jongens mochten een uniform aandoen en kregen als opdracht: ‘zorg voor orde maar gebruik geen geweld’. De twaalf anderen kregen een gevangenisplunje aan. Zimbardo en zijn collega’s wilden weten wat er in zo’n sociale situatie kon gebeuren.

Al snel gebruikten de ‘bewakers’ opdrukken met een hand op de rug als straf. Opstandelingen werden met de brandblusser neergespoten, ook zich publiekelijk uitkleden was een straf. Eenzame opsluiting kon ook. De agressie van de bewakers werd sterker naarmate het onderzoek vorderde.

Sommige bewakers hadden er lol in om de gevangenen zeer wreed te behandelen, als beesten. Niemand van de deelnemers zei tijdens het experiment: “Zo kan het niet meer verder.” Op een bepaald moment gebeurden de mishandelingen ’s nachts omdat ze dachten dat de onderzoekers toen niet keken. De meerderheid was niet langer in staat een onderscheid te maken tussen hun rol en hun eigen ik. In bijna elk onderdeel van hun gedrag, gedachten en gevoelens was er verandering te zien.

Niet enkel de proefpersonen gingen tot het uiterste, ook de onderzoekers trapten in hun eigen val. Ze hadden buitenstaanders nodig om in te zien wat ze aan het doen waren. Toen een collega Zimbardo een technische vraag stelde, reageerde hij niet als wetenschapper, maar als gevangenisdirecteur. Pas toen Christina Maslach, een nieuwe collega, boos werd over het feit dat de ‘gevangenen’ met een zak over het hoofd en aan de enkels geketend naar de wc werden geleid, besefte Zimbardo dat er iets fout ging. Na zes van de veertien voorziene dagen werd het experiment stilgelegd.

Belang van het experiment

Aangezien de deelnemers aan het experiment geselecteerd waren op hun psychologische stabiliteit, toont het aan dat iedere jonge man (en mogelijk ieder mens) in staat is om vrij snel in een sadist te veranderen. Enerzijds denkt hij dat hij overal straffeloos mee wegkomt en anderzijds staat hij onder druk van een groep. Daarnaast is waarschijnlijk ieder mens geneigd in apathie te vervallen wanneer men in een onderdanige rol wordt gedwongen.

Veel mensen vinden het moeilijk om assertiviteit op te brengen tegenover iemand die invloed op hen wil uitoefenen. Het experiment van Zimbardo toont aan dat we steeds waakzaam moeten zijn tegenover de valkuilen van de beïnvloeding die we dagelijks meemaken.

Laat weten wat je van dit BLOG vindt. Ik ben heel benieuwd naar jouw mening! En ik ben benieuwd wat jij hiervan leert.