Selecteer een pagina

Ik ben boos op je!

Ja, nu moet je wel redelijk blijven zeg. Als hij zich zo gaat gedragen dan is het einde zoek. Dit kun je toch niet maken?……….. Gedachten die veel teamleden naar mij uiten in een intakegesprek, maar die ze – grappig genoeg – bijna nooit zeggen tegen de persoon waar het over gaat.

Ik ben boos. Boos op mijn ex, omdat die weer eens volledig alle afspraken aan de laars lapt. Boos omdat ik er niks aan kan doen. Boos omdat ik me er verdomde machteloos door voel, terwijl ik helemaal niet eens bezig wil zijn met mijn ex.

Ik ben niet de enige die boos is op zijn ex. Vrienden in mijn omgeving, kennissen bij wie ik heb nagevraagd hoe hun verhouding nu is met hun ex, wildvreemden op tv, bijna iedereen heeft gedoe met hun ex. Raar hè?

En nu ik eens verder ga vragen….. Heel veel teamleden hebben ook een bloedhekel aan een aantal van hun collega’s. Niet de hartstochtelijke haat die we wel eens voor onze exen kunnen voelen, maar toch zeker wel de hele mix aan machteloze emoties die ik ook kan voelen voor mijn ex.

Het is die interessante mix van niks meer met iemand te maken willen hebben en tegelijkertijd soms wel moeten. En dan willen we redelijk blijven.

Redelijk blijven……… Is het misschien iets wat wij een beetje teveel doen?

Dat vraag ik me de laatste tijd wel eens af.

Ik merk het in mijn eigen gedrag naar mijn ex. Ik ga altijd uitleggen. Uitleggen hoe de afspraak ook alweer in elkaar zat. Waarom we die afspraak gemaakt hebben. Wat wie tegen wie heeft gezegd, etc. etc.

En dat hoor ik heel veel teamleden ook doen. Proberen de ander te overtuigen met redelijke argumenten. Benadrukken van het gezamenlijke belang. De redelijkheid van de ander aanspreken. Vragen wat die ander nodig heeft. De ander tegemoet komen.

IK BEN HET ONDERTUSSEN WEL EENS ZAT!

En dus lijkt het meest voor de hand liggende, om dan ook maar de kont tegen de krib te gooien. Om ook kortaf, vervelend en gemeen terug te gaan reageren. Om ook lekker niks te doen en mijn collega’s het werk te laten doen. Alleen wat zo jammer is…. Dat voelt voor mij niet lekker. Soms zou ik het willen hoor: Gewoon Schijt aan Alles en Iedereen en alleen maar voor mijn eigen belang gaan. Maar ja, het werkt niet voor mij en ook niet voor al die redelijke teamleden.

WAT DAN WEL?

Ik ben me er eens in gaan verdiepen (vooral door een aantal relatiesites te bezoeken J) en wil graag wat open deuren, maar misschien toch ook wel hele handige tips met je delen:

  1. Benoem dat je boos bent. Eén op één en het liefste als je niet meer midden in die emotie zit.

Als we boos op iemand zijn dan verdenken we die persoon onmiddellijk ook van kwade opzet. “Hij doet het erom”. “Zij denkt alleen maar aan zichzelf en geeft niets om mijn gevoelens”. Ik heb die gedachtes ook hoor. En als eenzijdige partij in een ruzie ben ik er ook heilig van overtuigd dat die gedachten waar zijn.

Als teamcoach spreek ik vaak beide partijen en dan is het heel bijzonder hoe anders de intenties vaak van die ander echt zijn. Sterker nog: meestal heeft dat gedrag van die ander helemaal niks met jou te maken. Als je de kans hebt om een conflict echt uit te praten, zonder de beschuldigingen over en weer, dan zou ik zeggen: grijp hem. De “waarheid” is vaak zo anders dan we denken.

  1. Ga wat voor jezelf doen!

Eigenlijk briljant! Hoe meer energie we steken in die vervelende ex, die mokkende collega of dat recalcitrante teamlid, hoe meer power we ze geven.

Ik vind dit in de praktijk nog wel lastig hoor, om me echt los te scheuren uit mijn eigen boosheid en gepruttel en mijn aandacht op iets anders te richten. Maar het helpt wel!

  1. Achter de boosheid zit…..

Deze is af en toe wel even slikken, maar…. Ik las laatst ergens dat zo veel mensen boos zijn en boos blijven in de wereld, omdat ze als ze klaar zijn met de boosheid, ze moeten dealen met het verdriet.

Wat wordt er eigenlijk geraakt door die collega van jou waar je boos op bent? Wat is dus blijkbaar belangrijk voor je?

  1. Kies je reactie! 🙂

Ik zag de afgelopen periode een mooie quote voorbij komen op Facebook: “When you can’t control what’s happening, challenge yourself to control the way you respond to what’s happening. That is where your power is”

Die vind ik erg mooi en soms hartstikke moeilijk om ook echt toe te passen. Maar stiekem merk ik wel dat ik er plezier in heb om mijn ex of die collega hartstikke vriendelijk te benaderen. Niet om te pleasen of iets goed te maken, of mezelf beter te voelen dan die ander. Maar simpelweg omdat in deze vriendelijkheid mijn gedrag mijn eigen keuze is en ik wil liever vriendelijkheid dan wraak in de wereld zetten.

  1. En als laatste tip: Denk af en toe ook gewoon: Fuck You, Klootzak! 🙂 Het lost niks op, maar het lucht wel op.

 

O nee! Waarom heb ik toch steeds van die ……-groepen?

Ik heb net de eerste ronde intakegesprekken achter de rug voor de Masters of Groupdynamics. Wat een leuke gesprekken! Wow, nu al zó leuk om met vakbroeders en -zusters te praten over onze zegeningen en strubbelingen in het werken met groepen :-).

Een van de meest gestelde vragen was natuurlijk: wat gaan we doen? Wat is het programma? Laat ik eens een tipje van de sluier oplichten.

Naast dat de training boordevol tips, tools, superleuke en spannende oefeningen op het gebied van groepsdynamica zit, is het belangrijkste onderdeel JIJZELF! Jij als belangrijkste instrument in teamcoaching. Met al je kwaliteiten, maar zeker ook met je duistere kanten.

En omdat het doel van de training is om jou VRIJER te laten ZIJN in die bijzondere positie VOOR de groep, kon ik het toch niet nalaten nu alvast iets te schrijven over dat interessante instrument dat jij bent :-).

Een hele belangrijke ONTDEKKING die ik een aantal jaren geleden deed, is de volgende.

Het is GEEN TOEVAL dat JIJ groepen met een bepaalde dynamiek treft!

Wat bedoel je Natasja? Nou, misschien is het je weleens opgevallen dat je in een bepaalde periode allemaal groepen hebt met ongeveer dezelfde vraag of problemen. Dus bijvoorbeeld allemaal slachtoffergroepen, of allemaal teams die naar zelfsturing moeten, maar dit niet goed voor elkaar krijgen. Of allemaal ICT-groepen die merken dat hun product niet meer verkoopt, of allemaal groepen die heel kritisch zijn op de leider, of, of, of, of………

Ik dacht vroeger altijd dat dat toeval was, totdat het wel erg begon op te vallen. En toen hoorde ik over PARALLEL processen……..

Een parallel proces wil zeggen dat je de thema’s waar je zelf mee bezig bent, weerspiegelt ziet in de groepen waar je mee werkt en andersom. Hoe dit komt, daar kun je allerlei filosofieën op loslaten. Het kan projectie zijn. Dat is het fenomeen dat je waar jij mee bezig bent vanzelf al meer ziet in je omgeving. Het kan karma of het lot zijn. Dan heb je dus blijkbaar iets uit te zoeken in dit thema en daarom komt het steeds op je pad. Of het hangt in de lucht (the collective field), dus iedereen is gewoon nu even bezig met dit thema. Et cetera, et cetera…

Eerlijk gezegd vind ik het niet zo belangrijk waar het vandaan komt. Ik vind het vooral heel helpend om te beseffen dat het er is. Waarom? Omdat het je kan helpen om die groep te helpen. Doordat jij met dezelfde thema’s worstelt kun je veel gemakkelijker contact maken met de groep en hun probleem. Doordat je met dezelfde vragen zit, kun je samen op onderzoek uit en ben je nieuwsgierig. Doordat je met dezelfde situatie zit, kun je goed voelen wat die groep helpt en wat juist niet.

“Maar ik moet toch juist weten hoe het allemaal moet om die groep te helpen?” NEE!

Dat is een van de grootste valkuilen waar we vaak intrappen. We denken dat we meer moeten weten dan de groep om ze de weg te kunnen wijzen. Een goede teamcoach doet juist precies het tegenover gestelde. Die is minstens zo geïnteresseerd om op onderzoek uit te gaan als de teamleden. Met die nieuwsgierigheid stimuleert hij weer de nieuwsgierigheid van de groep.

Bekijk ter inspiratie deze video eens (je wachtwoord is video2).

Dus de volgende keer dat je denkt. “Jeetje, waarom krijg ik toch steeds van die ……-groepen?” Denk dan vooral “Ah mooi, ik krijg steeds van die …….-groepen, ik ga op onderzoek uit.”

 

Medewerker stuk. Wat nu?

Hij doet het niet. Of hij doet in ieder geval niet wat de bedoeling is. Veel teammanagers hebben wel één of twee van die medewerkers in hun team, waarvan zij op zijn minst vinden dat hij lastig is of dat hij je meer energie kost dan dat hij oplevert. Vaak is dat ‘stuk zijn’ niet een heel duidelijk disfunctioneren of er echt een potje van maken. Het is meer zo’n ‘net niet matchen’. Zo’n net-niet-match die wel je sokken uit je schoenen doet kruipen van irritatie.

  • Die iemand komt bijvoorbeeld altijd met kritiek, vermomd als goede ideeën: “Hé, weet je wat we eigenlijk moeten doen…”
  • Die iemand trekt allerlei taken naar zich toe, die vervolgens weken blijven liggen op zijn kantoor.
  • Die iemand wijst net even te veel op zijn functieomschrijving om duidelijk te maken dat hij iets niet gaat doen.
  • Die iemand kan steeds niet komen op die vergadering, omdat hij dan net zijn moeder naar het ziekenhuis moet brengen (voor de 40ste keer).
  • Die iemand stuurt je een mailtje, als antwoord op dat zeer belangrijke memo, met de opmerking dat er een taalfout staat in de tweede alinea…

Behalve zo’n persoon langzaam te wurgen bij de kopieermachine, wat kun je nog meer doen?

Tip 1: Check je aannames

Geef maar toe, bij zo’n medewerker die net niet matcht, hebben we allerlei oordelen en aannames. We vinden het een mierenneuker, een zeikwijf, een klaploper, etc. Alleen wat we vaak vergeten is om het gesprek aan te gaan met de persoon in kwestie.

Als we dat wel doen, blijkt namelijk vaak dat dat gedrag waar jij je zo aan ergert, dat dat met de beste intenties wordt gedaan. Of dat iemand zich er in ieder geval niet van bewust is dat het gedrag zo irritant overkomt.

Wij vinden bijvoorbeeld de man die op zijn functieomschrijving wijst een pietje-precies, die niks voor een ander over heeft. Zelf weet hij gewoon simpelweg niet hoe hij ‘nee’ moet zeggen. Hij grijpt dan maar halfslachtig naar de functieomschrijving.

Dus ga het gesprek aan! Kom erachter wat er achter dat ‘rare’ gedrag zit. Als je dat weet kun je ook tot een werkende oplossing komen. En daar hoef je niet eens zo hard voor te werken, want als je dan toch in gesprek bent, laat dan ook de oplossing maar van de persoon zelf komen. Je zult versteld staan over hoeveel beter die waarschijnlijk is dan dat wat jij had bedacht :-).

Tip 2: Spreek de kaders uit!

Als ik een euro zou krijgen voor elke keer dat ik een teammanager hoor zeggen: “Hij snapt toch wel dat…” dan zou ik inmiddels harstikke rijk zijn.

We denken zo vaak dat we helder zijn in onze verwachtingen, in de kaders (wat wel en niet kan) en in onze afspraken, maar niets is minder waar.

We laten Klaas bijvoorbeeld een MBA doen (als zoethoudertje), terwijl er helemaal geen functie vrijkomt waar Klaas zijn opleiding kan toepassen. We vinden dat Sandra de kantjes ervanaf loopt, omdat ze al om 17.00 uur naar huis gaat. Maar we zeggen dat nooit tegen haarzelf. Sandra zelf denkt dat ze het juist goed doet door tot 17.00 uur te blijven en daarna nog wat thuis te werken. Ilse neemt vanuit loyaliteit steeds meer op haar bordje, terwijl wij juist zouden willen dat ze meer gaat delegeren (maar dat spreken we niet uit natuurlijk).

Spreek je uit! Ook al is het slecht nieuws, ook al stel je iemand teleur op de korte termijn. De grootste teleurstellingen zijn verwachtingen die jarenlang maar niet uit komen, omdat niemand zich durft uit te spreken.

Tip 3: Jij bent rolmodel, goed voorbeeld doet volgen

Als jij altijd tien minuten te laat komt op een vergadering… Als jij klaagt over die andere afdelingen… Als jij de stukken nooit helemaal leest… Als jij belooft er volgende week op terug te komen en dat vervolgens niet doet… Als jij de deadline steeds verschuift…

Ach je raadt het al, hè?

Goed voorbeeld doet volgen en het tegenovergestelde ook.

Tip 4 Soms zijn dingen tijdelijk

Je medewerker is een mens en mensen hebben wel eens iets. Dat hoeft 9 van de 10 keer niets met het werk te maken te hebben. Maar soms uit zich dat wel op het werk, juist in van die kleine irritaties. Je collega heeft bijvoorbeeld echt een moeder in het ziekenhuis. En juist daarom is het bijwonen van de vergadering waar allerlei meningen over de tafel vliegen net even teveel voor je collega. Maar in plaats van dat zo te benoemen, verzint je collega een smoes of een reden waar jij geen nee tegen kan zeggen.

Soms is simpelweg een beetje welgemeende interesse en aandacht het beste wat je kan geven. Die interesse en aandacht kunnen precies datgene zijn waardoor je medewerker zelf weer uit de malaise stapt en weer de schouders eronder zet.

Duwen en trekken helpt niet. Een beetje compassie vaak wel.

O ja: bij compassie denken we vaak dat we het verhaal van de ander helemaal moeten begrijpen en ook nog helpen oplossen. Puur luisteren en de ander wat ruimte geven is zoveel effectiever.

Tip 5: Soms zijn dingen eindeloos

Net beschreef ik een medewerker waar het even niet zo goed mee gaat. Maar je hebt natuurlijk ook je pappenheimers die in 1963 al ontslagen hadden moeten worden. Het zijn vaak de doorschuifmedewerkers van een grotere organisatie of juist medewerkers bij een kleine organisatie die heel goed matchten in de beginfase van je bedrijf, maar die niet meer matchen bij wat het bedrijf nu nodig heeft. Soms is dit zelfs één van de directeuren.

Ik heb eigenlijk maar één advies: neem afscheid! Op de meest respectvolle manier die je kunt bedenken. Heb respect voor wat iemand heeft betekend. Juist door eerlijk te zijn over dat iemand niet meer past. Dan gun je het iemand tenminste om ergens anders weer voluit te kunnen floreren.

In bijna elk teamtraject dat ik heb begeleid zijn er mensen vertrokken (vaak uit eigen beweging, omdat duidelijk werd dat het niet meer klopte). En al die keren is het voor beide partijen hartstikke goed geweest. Ik heb zelfs bedankmailtjes gehad van mensen die ontslagen zijn, simpelweg omdat ze nu weer lekker kunnen werken in plaats van verkrampt vast te moeten houden aan een functie die niet meer past.

Ik ben benieuwd welke lastige keuzes jij wel eens hebt moeten maken.

Geen grijze muis! Geen compromis!

“I See your True Colors… Shining Through…” Mooi hè? Dat liedje van Cindy Lauper uit de jaren 80…

In de grijze massa van veel teams, mis ik toch vaak al die mooie kleuren. Veel teams zijn in de loop van de jaren een verzameling grijze muizen geworden.

  • Al jaren met elkaar werken stimuleert nou niet echt tot een spannend gesprek.
  • De eindeloze, saaie vergaderingen hebben alle levensenergie er wel een beetje uitgeperst én
  • We hebben allemaal gemerkt dat als er beslissingen moeten worden genomen, we toch uitkomen op een soort halfslachtig compromis.

Het compromis (BLÈÈÈÈÈ) is in mijn beleving de grootste killer van teamenergie!

Je moet iets beslissen als team en in plaats van voor het beste resultaat te gaan, ga je voor die oplossing waarbij niemand zich geschoffeerd, gepasseerd of niet gehoord voelt.

Alle scherpe kantjes zijn er vanaf gevijld. Alle peper is er grondig uitgeknepen en alle plezier en sprankeling dus helaas ook.

“We moeten zorgen dat we draagvlak hebben”, nog zo’n managementterm, waarbij mijn nekharen altijd overeind gaan staan. Tuurlijk moet je zorgen voor draagvlak, maar dat doe je niet door mensen vooral te pleasen, tegemoet te komen en door alle wind uit ieders zeilen te halen.

Weet je wanneer je pas echt draagvlak krijgt? NOU???

Wanneer je met een oplossing komt die klopt. Die hout snijdt. Die past bij de situatie waar iedereen zich in bevindt. Die kortom gewoon de beste oplossing is. Let wel: de beste oplossing is niet altijd de meest geliefde oplossing.

Klinkt simpel toch?

En toch zie ik tig managers er niks van bakken.

  • Ze draaien liever uren om de hete brij heen dan een impopulaire maatregel te nemen.
  • Ze verzinnen liever een niet-bestaande functie dan iemand te ontslaan
  • Ze houden liever een niet-functionerende medewerker aan, dan deze de moeilijke boodschap te brengen dat hij niet matcht.
  • Ze stellen liever een lastige beslissing uit tot de volgende vergadering, dan nu het risico te lopen om mensen over zich heen te krijgen.

Laten we het beestje bij zijn naam noemen. De meeste managers zijn zachte heelmeesters. En je weet hoe het daarmee afloopt…

Die stinkende wonden zorgen voor een hoop oplopende situaties die in een eerder stadium voorkomen hadden kunnen worden.

Erger nog: je creëert er een grijze-muizen-cultuur mee.

  • Een cultuur waarin niemand zich nog echt uitspreekt.
  • Waar mensen zich verschuilen als er een beslissing genomen moet worden
  • Een cultuur van Ja zeggen en Nee doen.
  • En vooral een cultuur van middelmatigheid, verschuilen en heeeeeeeeeeel veeeeeeeeeeeeel voorzichtige woorden.
  • En een supersaai team.

Dat wíl jij toch niet?

Jij wilt toch een sprankelend team? Een team waarin de creatieve ideeën over de tafel vliegen? Een team waarin geleerd wordt van elkaar? Een team dat uitdagende klussen klaart en waanzinnige resultaten haalt?

JA? Nou dan is het tijd om eens ballen te tonen!

Dus, COME ON:

  1. Neem die beslissing, ook al is 95% het er niet mee eens. En dat doe je trouwens niet om je macht te tonen, maar gewoon omdat jij weet dat het de beste beslissing is)
  2. Vraag niet alle meningen op, maar alleen de meningen van die mensen die er echt iets vanaf weten.
  3. Wacht niet met beslissen totdat iedereen aanwezig is, maar beslis gewoon eens met de mensen die er wel zijn.
  4. Ga het gesprek aan met die niet-functionerende medewerker en zeg eerlijk dat jij hem niet meer vindt voldoen.

Wil jij hier meer in leren?

Klik dan HIER voor de Leergang voor Teammanagers

Gevaarlijke groepen

Ja! Die zijn er ook. Als teamcoach en ook als leider zijn we meestal vooral gericht op de kracht van groepen. Het één en één is drie principe, het leren van elkaar, het samen sterk staan enzovoort. Groepen kunnen enorm veel bereiken als ze goed op elkaar zijn afgestemd. Ze kunnen helend zijn voor de individuen in de groep (denk maar eens aan een therapiegroep) en ze kunnen enorm plezierig zijn en je hartstikke veel energie geven (je vriendengroep bijvoorbeeld).

Als ik eerlijk ben, ben ik mijn onderzoek in de wereld van de groepsdynamiek niet begonnen vanuit die positieve teamfenomenen, maar veel meer vanuit de zwarte, sensatie-achtige interesse in die rare fenomenen die groepen ook behoorlijk de bocht uit laten vliegen.

Voetbalrellen, sektes, de tweede wereldoorlog, motorclubs. Maar ook veel dichterbij: Pesten, vrijgezellendagjes, Expeditie Robinson, Carnaval, de bedrijfsborrel en sportteams. Veel van dit soort groepsgedrag vind ik fascinerend om naar te kijken. Als je geen onderdeel bent van een groep, is het bijna alsof je naar een apenrots in de dierentuin zit te kijken. Het is dan superspannend om te zien wie het met wie aan de stok krijgt, wie heimelijke avances maakt en wie zich steeds op de borst staat te kloppen. Je hebt het idee dat jij je nooit zo zou gedragen. Tot je ineens zelf staat te karaoken met net iets te veel bier op tijdens een groepsuitje.

Dat is ook wat groepen leuk maakt. Ze dagen je uit om eens iets anders te doen, je comfort-zone op te rekken en risico’s te nemen. Alleen we worden vaak veel meer beïnvloed door de groepen waar we ons in bevinden dan we denken.

We denken wel zoveel bewust en individueel te beslissen, maar is dat wel zo? Heel veel van ons gedrag, onze voorkeuren en afkeuren wordt simpelweg bepaald door ons DNA, onze opvoeding, onze cultuur en bovenal door de groepen waar we lid van zijn. Ik zou je eens willen uitnodigen de komende weken eens naar je eigen gedrag in groepen te kijken en de volgende vragen te beantwoorden:

  1. Gedraag ik me anders in deze groep dan ergens anders?
  2. Zo ja, waardoor komt dat? Wat probeer ik te bereiken? Op wie probeer ik onbewust indruk te maken?
  3. Wat vermijd ik in deze groep? Waar pas ik me op aan?
  4. Wat voor cultuur van ongeschreven regels hebben wij in deze groep?

Ik ben benieuwd naar je antwoorden!!

Eén van de meest opmerkelijke experimenten ooit die de kracht en het gevaar van groepen glashelder duidelijk heeft gemaakt is het Stanford-Prison experiment (Zimbardo).

Stanford-gevangenisexperiment


Een groep van 24 doorsnee Amerikaanse jongens uit de middenklasse, die aan het begin van het experiment niet van elkaar verschilden, zou twee weken lang gesplitst worden in de rol van bewaker of gevangene in een namaakgevangenis. Het toeval bepaalde de rollenverdeling. Twaalf jongens mochten een uniform aandoen en kregen als opdracht: ‘zorg voor orde maar gebruik geen geweld’. De twaalf anderen kregen een gevangenisplunje aan. Zimbardo en zijn collega’s wilden weten wat er in zo’n sociale situatie kon gebeuren.

Al snel gebruikten de ‘bewakers’ opdrukken met een hand op de rug als straf. Opstandelingen werden met de brandblusser neergespoten, ook zich publiekelijk uitkleden was een straf. Eenzame opsluiting kon ook. De agressie van de bewakers werd sterker naarmate het onderzoek vorderde.

Sommige bewakers hadden er lol in om de gevangenen zeer wreed te behandelen, als beesten. Niemand van de deelnemers zei tijdens het experiment: “Zo kan het niet meer verder.” Op een bepaald moment gebeurden de mishandelingen ’s nachts omdat ze dachten dat de onderzoekers toen niet keken. De meerderheid was niet langer in staat een onderscheid te maken tussen hun rol en hun eigen ik. In bijna elk onderdeel van hun gedrag, gedachten en gevoelens was er verandering te zien.

Niet enkel de proefpersonen gingen tot het uiterste, ook de onderzoekers trapten in hun eigen val. Ze hadden buitenstaanders nodig om in te zien wat ze aan het doen waren. Toen een collega Zimbardo een technische vraag stelde, reageerde hij niet als wetenschapper, maar als gevangenisdirecteur. Pas toen Christina Maslach, een nieuwe collega, boos werd over het feit dat de ‘gevangenen’ met een zak over het hoofd en aan de enkels geketend naar de wc werden geleid, besefte Zimbardo dat er iets fout ging. Na zes van de veertien voorziene dagen werd het experiment stilgelegd.

Belang van het experiment

Aangezien de deelnemers aan het experiment geselecteerd waren op hun psychologische stabiliteit, toont het aan dat iedere jonge man (en mogelijk ieder mens) in staat is om vrij snel in een sadist te veranderen. Enerzijds denkt hij dat hij overal straffeloos mee wegkomt en anderzijds staat hij onder druk van een groep. Daarnaast is waarschijnlijk ieder mens geneigd in apathie te vervallen wanneer men in een onderdanige rol wordt gedwongen.

Veel mensen vinden het moeilijk om assertiviteit op te brengen tegenover iemand die invloed op hen wil uitoefenen. Het experiment van Zimbardo toont aan dat we steeds waakzaam moeten zijn tegenover de valkuilen van de beïnvloeding die we dagelijks meemaken.

Laat weten wat je van dit BLOG vindt. Ik ben heel benieuwd naar jouw mening! En ik ben benieuwd wat jij hiervan leert.